Van schapen die ervan dromen een wolf te zijn

Of je het nu graag hoort of niet, maar louter door ons aantal, 7 miljard ongeveer, zijn wij gedoemd als kuddedier te bestaan. We zijn nooit alleen. Er zijn altijd anderen om ons heen, en daar moeten we willens nillens, rekening mee houden. Meer nog, we bestaan enkel door en met anderen. Wat we zijn, wie we zijn, wordt steeds mee bepaald door anderen, de anderen. En die zijn net als wij, nooit alleen, en bovendien die zijn niets zonder ons, al die anderen.

Sinds de culturele revolutie van Mei ‘68, ondergaan we de framing dat individualiteit het belangrijkste is. Wees authentiek, wees jezelf, in volle vrijheid, zonder compromis. Creativiteit aan de macht. Niet de kunst maar de kunstenaar telt. Je bent geen zoon, dochter, vrouw, man van…. “jij bent jezelf” wordt er ingehamerd. Door ouders en school, door reclame “…jij bent vrij om te kopen wat je wil en daardoor bepaal jij wie je bent…”, media, kunsten enz. Waar men in 1789 vocht voor de vrijheid, of liever bevrijding, van een groep die onderdrukt en uitgebuit werd, wordt er anno 2019 ingelepeld dat de groep je onderdrukt en dat jij jezelf moet bevrijden. Die ideale individuele vrijheid omvat het recht om te doen wat je wil, wanneer je het wil en hoe je het wil.

Voor het bevrijde ik, het ultieme individu, zijn mensen niet gelijk. Per definitie ben jij beter dan de andere, althans in de definitie die je van jezelf in je hoofd koestert, in het beeld dat je hebt van jezelf en dat zo afwijkt van elke ochtend in de spiegel. De anderen beperken jouw individueel recht om te zijn wat je denkt te zijn en daardoor plaatsen ze zich onder jouw eigenbelang, tegen jouw belangen in. Wie je ontplooiing in de weg staat kan onmogelijk even goed en belangrijk zijn als jij. Emancipatie is belangrijk, maar enkel en alleen als ze de realisatie van je bevrijde ik dient. Eigenlijk zijn anderen te verwaarlozen, tenzij ze een utilitair nut hebben voor jouw doel. Uiteindelijk doe je er goed aan op totaal geen rekening te houden met de anderen. Jij stijgt uit boven de groep, jij bent verheven, want authentiek en individueel. Wat jij wil bereiken telt.

Waarom zou je dan ook nog langer solidair zijn? O.K. als je solidariteit kan bijdragen tot je imago, de branding van je “ik”, maar voor de rest ben jij het roofdier dat jaagt om te nemen wat het wil nemen. De kudde anderen zijn de sukkels waar jij van gebruikt wat nuttig is voor jou. Jij hebt immers het recht om te krijgen wat jij denkt nodig te hebben, liefst zonder bij te dragen. Jij wil geen belastingen betalen, want dat brengt je niets op. Jij parkeert je auto voor de deur, of het mag of niet, want jij moet dààr zijn, 50m verder parkeren waar het mag is goed voor sukkels. Je vuil zet je buiten op straat, zo ben jij ervan af, opgeruimd staat netjes. Ook op plaatsen en tijdstippen waar en wanneer het eigenlijk niet mag, jij doet niet mee aan die regelneverij. Peuken en kauwgom horen op de stoep. Deelfietsen en -steps, hallo, die ga je toch niet reglementeren?

Als het hip is om geen rekening te houden met anderen, enkel met jezelf, dan ben ik hopeloos verouderd.
Als het idioot is om je belastingen te betalen, dan ben ik idioot.
En ja ik wacht tot het groen is voor de voetgangers om het zebrapad op te stappen.
Ik ben fier om deel te zijn van de gemeenschap die mij heeft gemaakt en zal steeds de groep verdedigen boven het individuele.
Ik heb geen boodschap aan egoïstische dogma’s op welk gebied ook. Het collectief maakt ons sterker, ook als individu.