02/10/1957 – 14u03

Zie me daar liggen in het Sint-Pietersziekenhuis in Brussel. Een klein nietig ding, amper 2 dagen oud. Even nietig als de Sputnik die op dat ogenblik als eerste door de ruimte zoefde en af en toe “beep” zei. Even nietszeggend als de geluiden die ik op dat ogenblik maakte.

Het was een andere tijd toen in de jaren ’50. En ja ik werd in een luxeleven geboren. We hadden warm water uit een kraan, een fototoestel, centrale verwarming, een telefoon (zoiets in zwarte bakeliet met een draaischijf), een auto, radio, platenspeler en bandopnemer en zelfs een televisie. Het was niet iedereen gegeven. Maar het gros van de dingen die kinderen vandaag vanzelfsprekend vinden, bestond nog niet.

Ieder mensenleven is een verhaal van verbazing en ontdekken. Toegegeven niet altijd even leuk of interessant, maar de dag dat de verbazing stopt ben je dood. Niet noodzakelijk fysiek, maar in je hoofd. Dan pas heeft niets nog zin. In die 60 jaar is er veel gebeurd, maar het moeilijkste is in mijn herinnering te ploeteren om die momenten te vinden die ik belangrijk genoeg vond om vandaag nog te kunnen ophalen. Zo een moment is de live uitzending van de begrafenis van paus Johannes de XXIIIe, een voor mij vreemd gebeuren (begrafenis en kerk en een dode in open kist), maar van een theatraliteit in zwart wit op een veel te klein scherm, dat ik het mij vandaag nog herinner. Verder blijven mij de beelden van herhaalde kernproeven bij, het strand van De Panne, de vlucht uit Belgisch Congo, de fontein in het Warandepark, de beelden uit Vietnam, de uitzending Les Copains d’abord…. Ik zal wel heel veel naar het nieuws hebben gekeken.

Mijn beide ouders zijn er niet meer. Papa, Huib Van hellem, stierf in 1986, 72 jaar oud, een week voor mijn 2e zoon David werd geboren. Mama, Annie De Schaepdryver, stierf in 2000, 77 jaar oud, maar al enkele jaren afwezig van deze wereld door dementie. Het waren artiesten, letterlijk, theatermensen, acteur en regisseur. Ze leerden elkaar kennen in het Koninklijk Conservatorium van Brussel, hij als leraar drama, zij als studente. Hij heeft van zijn roeping zijn job kunnen maken en bleef regisseur, zij gaf les, Nederlands, Engels, Duits, omdat theater te weinig opbracht. Herkenbaar.

Ze waren al iets ouder bij mijn geboorte, hij 44, zij 35. Ook dat heb ik herhaald. Bij de geboorte van mijn jongste was ik 46 en zijn mama 34. De appel valt blijkbaar niet ver van de boom.

Het leven met mijn ouders was niet altijd even makkelijk. Sterke persoonlijkheden met een perfect gevoel voor drama, en overacting, zijn geen goede combinatie met puberale hormonen van een opgroeiende jongen. Kwam daarbij de dementie die als een sluipend gif bij mama de paranoia voedde en versterkte. Maar ik heb toch veel meegekregen, meer wellicht dan wat ik mijn kinderen zal hebben meegegeven.

No comment, tenzij Ekla pils van de Brouwerij Vandenheuvel (wie kent dat nog?)

 

Elke zomer gingen we naar De Panne, twee maanden met de hele uitgebreide familie, ouders, grootouders, wij, en ook de kinderen van de broers en zussen van mijn grootvader. Bompa was in 1917 in De Panne gehospitaliseerd nadat hij gewond raakte aan het front en de jaarlijkse vakantie was een bedevaart voor hem. Ondanks zijn rol (en die van mijn moeder) in het verzet in WOII bij het Onafhankelijkheidsfront, beide als gewapend weerstander, bleef de ‘Groote oorlog’ de gebeurtenis die zijn leven tekende.

Veel veranderd hé!

Tot zover de nostalgie.